In deze blogpost leest u het verslag van 'De toekomst van de elektriciteitsmarkt', gepresenteerd tijdens de reeks Energiecafés 2018.
Het verslag van het thema 'Van gas los?' leest u hier.
De integrale opname van het online Energiecafé kon u op ons youtube-kanaal bekijken. Omdat de energiemarkt snel evolueert is de inhoud ervan niet meer helemaal actueel en werd de opname off line geheeld.
De elektriciteitsmarkt in constante evolutie.
Ook op dit moment zijn er ingrijpende veranderingen op til. De meest merkbare voor klanten is de algemene prijsstijging, die op 1 januari 2019 ook bij Ecopower wordt doorgevoerd.
Marktprijs
Ecopower volgt qua prijs de langetermijntendensen van de markt. Een vaak gehoorde vraag is waarom ook voor lokale, hernieuwbare stroom de prijs stijgt. Daar zitten verschillende redeneringen achter.
Als Ecopower enkel zou investeren in de productie van hernieuwbare energie, dan zouden we al onze elektriciteit op het net verkopen… aan marktprijs. Het zou niet logisch zijn om dat niet te doen omdat we ook zelf leverancier zijn. We kopen ook een deel elektriciteit aan van interessante zon- en windprojecten en daarvoor betalen we… de marktprijs.
Voor de nieuwere projecten, zoals in Asse, is het aantal groenestroomcertificaten dat we krijgen voor de productie afhankelijk van de marktprijs. Als die stijgt, dan daalt het aantal certificaten. Ook hier is het logisch om de marktprijs te volgen en zo de inkomsten stabiel te houden. Tot slot is het ook voor de duurzame groei van Ecopower en het aantrekken van nieuwe klanten logisch om een marktconforme prijs te hanteren. Als we plots veel nieuwe klanten aantrekken door aanzienlijk lagere prijzen dan de andere leveranciers, dan is het evenwicht productie-levering verstoord en moeten we bijkomende elektriciteit aankopen… aan marktprijs.
De afgelopen jaren was de marktprijs voor elektriciteit heel laag. Als we naar de evolutie van de marktprijs kijken (fig. 2), dan is die voor 2019 in feite gelijk aan de prijs van 2014 plus indexering. De grafiek toont aan dat we dus eerder een logische correctie doorvoeren. Uiteraard is het zo dat Ecopower niet de extreme prijspieken van de markt volgt. De nieuwe prijs heeft dan ook niets te maken met de aankondigingen over het stilleggen van kerncentrales door betonrot en andere problemen.
Digitale meter
Nog een verandering waar u niet omheen kunt en die levendig debat veroorzaakt in de media, de maatschappij én de Ecopower Energiecafés: de digitale meter. Volgens de huidige planning voor de wordt elke nieuw geplaatste meter vanaf half 2019 een digitale meter. Meer informatie in dit filmpje van VREG.
Dit blijft een gewone elektriciteitsmeter, maar die brengt enkele mogelijke veranderingen met zich mee. Zo zal de klant zelf kunnen kiezen of er jaarlijks wordt uitgelezen (op enkelvoudige of op dag/nacht-basis) of per kwartier. Omschakelen tussen beide systemen gebeurt door de netbeheerder, op vraag van de klant. Daarvoor moet er niemand langskomen. Ook voor het uitlezen van de meter moet de netbeheerder niet meer bij u thuis zijn: dat kan vanop afstand.
Bij heel wat eigenaars van zonnepanelen is er nu ongerustheid over wat de invoer van die digitale meter betekent voor hun rendement. Tot vijftien jaar na de datum van ingebruikname van de installatie kan het systeem van de terugdraaiende meter behouden blijven. Dit werd beloofd door de Vlaamse minister van Energie. De energieregulator VREG zegt nu dat dit terugdraaiende aspect enkel geldt voor het gedeelte elektriciteit, slechts een fractie van de totaalfactuur dus (zie ook fig. 1). Hier staat wel tegenover dat het prosumententarief verdwijnt.
Dat systeem komt eigenlijk overeen met wat nu al gebeurt bij de bidirectionele meter. Of dit systeem gunstig is voor zonnepaneeleigenaren, hangt af van de hoeveelheid elektriciteit die ter plaatse rechtstreeks verbruikt wordt. Hoe meer direct verbruik, hoe gunstiger. De regulator van de energiemarkt VREG heeft een berekeningstool gemaakt om het directe verbruik bij prosumenten in te schatten.
De discussie tussen regulator en minister over de precieze invulling van de digitale meter is nog niet afgesloten.
Een aanvulling van Ecopower op dit actuele debat is dat we ook verder vooruit moeten kijken. Een nieuwe installatie van zonnepanelen kan op dit moment een rendement hebben van 6% (terugverdientijd 12 jaar). In de simulatie die we maakten voor de Energiecafés werd gewerkt met een installatie van 2kWp en een kostprijs van 3100 euro. Met een bidirectionele meter en bij een veronderstelling van 30% direct verbruik, levert dat 4,5% rendement op. 15 jaar na ingebruikname of vanaf 1 januari 2021 zal geen enkele installatie nog recht hebben op een terugdraaiende meter en valt het rendement terug op 0 (terugverdientijd 20 jaar). Door op dat moment een batterij te plaatsen, kan mogelijk een rendement van 4% gehaald worden (terugverdientijd 14 jaar). Hierbij veronderstellen we dat de prijs van batterijen even sterk daalt als nu voorspeld en rekenen we met 200 euro per kWh opslag. Als we nu de juiste keuzes willen maken, is het belangrijk om al een stap verder in de toekomst te kijken.
Dataverkeer netbeheerders-leveranciers
Minder in de pers maar ook heel belangrijk: in 2020 zal de datacommunicatie tussen netbeheerders en leveranciers veranderen. Voor mensen met zonnepanelen is het vanaf dan mogelijk om het gedeelte onder nul van de terugdraaiende teller te verkopen aan de leverancier. Dat is aan de marktprijs van zonne-energie. In 2019 zou dat ongeveer 4,5 cent per kWh zijn.
Vanaf dan zal het ook mogelijk zijn om facturen te maken op basis van het verbruik per kwartier en de corresponderende, wisselende marktprijs voor elektriciteit. Daarvoor is de digitale meter natuurlijk noodzakelijk. Ecopower blijft er ook in de toekomst naar streven om de eenvoudige facturatie, zoals we dat nu doen, te behouden.
Capaciteitstarief en flexibiliteit
Er is al enkele jaren sprake van een nieuwe manier om de distributiekosten te berekenen: het capaciteitstarief. De distributiekosten worden dan geheel of gedeeltelijk aangerekend op basis van het vermogen van de netaansluiting. Nu gebeurt dat op basis van het verbruik. De netbeheerders overwegen dat om bij dalend elektriciteitsverbruik toch voldoende inkomsten te houden. Op langere termijn kunnen dankzij het capaciteitstarief de kosten van de netinfrastructuur mogelijk dalen, omdat er dan meer mensen zullen kiezen voor een beperktere aansluiting. Een standaardaansluiting vandaag is ongeveer 10 kW. De mogelijkheid om met de digitale meter de capaciteit van de aansluiting te verlagen moet er in elk geval zijn. We verwachten hierover nieuwe aankondigingen in de komende maanden.
Tot slot zien we in de toekomst ook mogelijkheden met flexibiliteit en vraagsturing. Zeker als de marktprijs van elektriciteit hoger is en mensen op sommige momenten iets kunnen verdienen door te reageren op de vraag om kortstondig minder te verbruiken. Uit eerste testen blijkt dat de bereidheid er wel is, maar leren we ook dat de mogelijkheden van vraagsturing soms beperkt zijn.
Europese projecten
Tijdens de energiecafé’s legden we ook de link met de Europese projecten Circular South en WiseGRID waarin Ecopower partner is en aan onderzoek en ontwikkeling doet. Meer informatie over het innovatieproject Circular South vind je terug op in dit artikel. Wie meer wilt weten over het testproject WiseGRID moet zeker deze blogpost eens lezen!
Het verslag van het andere Energiecafé-thema ‘Van gas los?’ leest u hier.
De integrale opname van het online Energiecafé kon u op ons youtube-kanaal bekijken. Omdat de energiemarkt snel evolueert is de inhoud ervan niet meer helemaal actueel en werd de opname off line gehaald.